Zomerdip bij kinderen in het buitenland

aug 7, 2020 | Onderwijs en kinderen

Steeds meer kinderen hebben last van een zomerdip. Dit geldt ook voor kinderen die in het buitenland wonen. Want hoewel leerlingen in het basisonderwijs goed lijken te presteren in de klas, is de kennis na de zomervakantie vaak verdwenen. De teruggang is dan groot. Dat blijkt uit onderzoek van Squla en Lowan.

Het onderzoek werd gehouden onder bijna duizend leerlingen, verdeeld over 43 scholen in Nederland. Het terugvallen van de leerprestaties in het basisonderwijs na de zomer staat bekend als ‘de zomerdip’. Deze terugval is niet alleen te zien bij het onderdeel ‘rekenen’, maar ook bij andere basisvakken.

Basiskennis zakt weg

De basiskennis zakt tijdens de zomervakantie behoorlijk weg. Dat geldt ook voor kinderen in het buitenland, zeker wanneer er al een achterstand op de taal is. Lezen en spellen wordt dan na de zomervakantie lastiger. De meeste kinderen hebben vooral een terugval met rekenen. Zeker wanneer kinderen het vak gemakkelijk afgaat, is de kans op een terugval groot. Als een kind hoge cijfers haalt, gaan de ouders er doorgaans vanuit dat de prestaties de goede kant op gaan. Zij gaan er dan niet vanuit dat er problemen op kunnen treden. Zeker wanneer er tijdens de vakantie dan niet meer wordt geoefend, zakt de basiskennis verder weg. Dit verschijnsel wordt de ‘zomerdip’ genoemd.

Voor het eerst wordt de zomerdip zo uitgebreid onderzocht. 984 kinderen die van groep 4 naar groep 5 gaan deden mee in het onderzoek. Daarbij werd er ten eerste gekeken naar de rekenvaardigheid. De leerlingen maakten voor en na de zomervakantie een tempotoets. Daarbij moesten 200 vragen zo snel mogelijk beantwoord worden. Na de zomervakantie zijn er gemiddeld zeven vragen meer fout beantwoord dan voor de zomervakantie.

Zomerdip heeft serieuze gevolgen

De zomerdip is bovendien niet onschuldig. Het heeft serieuze gevolgen. Kinderen in de zomervakantie niet voldoende oefenen, kunnen na de vakantie de lesstof niet meer bijbenen. Daardoor kan uiteindelijk een leerachterstand ontstaan. Kinderen die tijdens de zomervakantie een kwartier per week oefenen met rekenen komen een stuk beter uit de test. Zij hebben gemiddeld drie vragen meer goed dan leerlingen die niet hebben geoefend. Dit geldt ook voor andere basisvakken. Om deze reden is het aan te raden ook op vakantie de basisvakken te blijven oefenen.

De zomerdip is dus niet zonder gevolgen. Er is in het onderzoek ook gekeken naar persoonlijke eigenschappen. Er is geen verschil in gender. Zowel jongens als meisjes laten ongeveer een even grote zomerdip zien. Maar er zit wel een verschil in persoonlijkheid. Leerlingen die erg gemotiveerd zijn om te leren, laten opmerkelijk genoeg de grootste terugval in rekenvaardigheid zien.

Basiskennis levert problemen op

Niet alleen het effect op de rekenvaardigheid is onderzocht, maar de zomerdip geldt ook voor andere vaardigheden zoals lezen en spellen. Basisschooldocenten onderstrepen het probleem. Het is dan ook aangeraden om regelmatig te blijven oefenen. Het is niet nodig daarom zomeronderwijs op te zetten, maar ook spelenderwijs is dit mogelijk. Bijvoorbeeld door samen de plattegrond van de camping waar men verblijft te lezen. Of door een kind uit te laten rekenen hoeveel geld er nodig is om allemaal een ijsje te kunnen kopen.

Volgens Squla moet er geregeld geoefend worden om de kennis van basisvakken op peil te houden. Een gebrek aan oefenen lijkt te leiden tot een lagere score op lezen, rekenen en spellen, ongeacht het niveau voor de zomer. De zomerdip komt niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland voor. Zo deden onderzoekers in Amerika al in 1973 onderzoek naar dit fenomeen. Ook Europese studies onderstrepen de resultaten van het onderzoek. Om deze reden is blijven oefenen belangrijk.