Terug naar je roots, maar zijn die roots nog wel zo geworteld?

aug 20, 2020 | EmigratieVerhalen, Terugkeer

Al ver voor de tweede wereldoorlog kwamen de Italianen naar Nederland. Van bankiers en kunstenaars tot ijsmakers. Aan het einde van de 19e en begin 20ste eeuw brachten Terrazzo-werkers hun ambacht naar Nederland. Het resultaat is terug te zien in mooie aangelegde terrazzo vloeren in diversen gebouwen en huizen in Nederland. Bijvoorbeeld in de Haagse Passage, het Vredespaleis en het Kurhaus in ScheveningenMaar veel hoor je eigenlijk niet meer over deze migranten in de Nederlandse geschiedenis…

Na de oorlog waren de Italianen echter de eerste arbeidsmigranten die Nederland kende. Vooral in de jaren 60 en 70 kwamen, meestal ongetrouwde, Italiaanse jonge mannen het merendeel afkomstig uit het arme Zuiden, naar Nederland om te werken. Via een gastarbeidersverdrag of op de bonnefooi werkte ze in de Hoogovens, de textiel, mijnbouw, scheepsbouw of elektronica. Goed gekleed met hun zuidelijke donkere uiterlijk en charme, stal menigeen de harten van Nederlandse jongedames, vaak tot ongenoegen van de Nederlandse mannen. Een groot deel is dan ook nooit meer teruggegaan en trouwde in Nederland, zoals mijn vader.

Integreren en aanpassen

Omdat ik zelf al meer dan 25 jaar weg ben uit Nederland, realiseer ik mij nu pas, wat het voor mijn vader betekend moet hebben om al die jaren in Nederland te wonen. Als jongeman van begin twintig, uit een klein bergdorpje in het zuiden van Italië werkte hij in eerste instantie in Frankrijk en daarna Luxemburg. Hij werkte o.a. met Italianen uit verschillende regio’s, de een uit Toscane de ander uit Napels en mijn vader uit de Puglia. Via een aantal Nederlandse jongens, hoorden ze dat er ook veel werk was in Nederland.

Mijn vader besloot het erop te wagen en vond werk bij van der Heem in Den Haag, op de TV-montageafdeling. In de weekenden gingen ze graag uit in de Haagse en Scheveningse dansgelegenheden. Tijdens zo’n avondje stappen, liep hij mijn moeder tegen het lijf. Deze ontmoeting bepaalde voor hem min of meer een leven in Nederland. Ik kwam niet zo heel lang na deze ontmoeting op de wereld. Op eens had hij de zorg over een gezin, mijn moeder had al twee kinderen uit een vorig huwelijk en mijn broertje kwam er tien jaar later nog bij.

Eén keer per jaar, meestal in de zomervakantie, ging hij twee of drie weken terug naar Italië. In die tijd was er nog geen internet dus de enige communicatie met de familie was af en toe een belletje naar huis. Niemand van de familie, behalve zijn jongste broer, is ooit in Nederland geweest. Als de tijd was aangebroken om de familie te bezoeken dan was het plankgas 2000 kilometer, liefst met zo min mogelijk sanitaire stops, richting het zuiden. Het contact met zijn Italiaanse vrienden in Nederland verwaterde met de jaren. Sommigen keerden terug, anderen trouwde en op een gegeven moment verloren ze elkaar uit het oog.

André van Duin, gehaktballen en schaatsen

De meeste Italianen integreerden goed in de Nederlandse samenleving. Eigenlijk waren ze het perfecte rolmodel voor toekomstige arbeidsmigranten. Maar het gemis van thuis bleef meestal wel aanwezig; de geuren, het eten, de muziek, het landschap en bovenal La Famiglia. Ook mijn vader integreerde goed. Hij werkte, sprak Nederlands, vond Andre van Duin grappig, vierde Sinterklaas en andere Nederlandse tradities en accepteerde een hond als huisdier in huis! Hij heeft zelfs wel eens schaatsen ondergebonden. Zijn eerste poging was ook meteen zijn laatste aangezien hij van het ijs kwam met een gebroken pols.

Hoewel er vaak pasta werd gegeten, ontbrak de gehaktbal met stamppot ook bij ons niet op het menu. Maar hij bleef ook Italiaan in hart en nieren, net zozeer als ik altijd Nederlander zal blijven, waar ik ook woon. Het feit dat de Nederlandse vrouw zich niet alleen druk maakte of het huis wel schoon genoeg was en wat er die avond op tafel werd gezet, was voor hem soms moeilijk te accepteren. Zo waren er nog wel wat meer cultuur en mentaliteit verschillen. Herkenbaar waarschijnlijk voor iedereen die een partner uit een ander land heeft. 

Terug naar je roots

Uiteindelijk is hij na de scheiding van mijn moeder en nadat hij zijn pensioen kreeg, teruggegaan naar zijn geboortedorp. Hij heeft totdat zijn gezondheid dat toe liet (zijn gezichtsvermogen verminderde) nog een aantal jaren zijn olijfoogsten binnen kunnen halen en zijn eigen fruit en groenten van het land gehaald. Kortom genoten van het Italiaanse buitenleven. In de avond op het dorpsplein een praatje met de mannen en daarna een kaartje leggen in het café. Maar de keerzijde: ver weg van zijn familie in Nederland. 

Ik treed enigszins in de voetsporen van mijn vader. Hoewel ik niet wacht tot mijn pensioen, keer ik na 25 jaar terug. Was ik mijn man niet tegengekomen dan was ik waarschijnlijk niet eens vertrokken, maar ik stond wel open voor het avontuur. Het vreemde is alleen dat ik mij nu onzeker voel om terug te keren naar Nederland. Je hoort het wel vaker:

Nederland is waarschijnlijk niet echt veranderd, maar je bent zelf wel veranderd. 

Een mengelmoesje

Ik moet soms wel eens lachen. Over hoe zeer mijn vader altijd klaagde over Nederland; de hoge belastingen, al die regeltjes en altijd alles was georganiseerd. En over hoe hij nu wel eens klaagt over Italië, hoe ongeorganiseerd juist alles is. Hij praat met nostalgie over Den Haag en als ik hem vraag wat hij mist, dan is het de Nederlandse gezelligheid en hij zou best nog wel eens een sateetje willen eten. Ook Nederland heeft mijn vader veranderd, zijn denkwijze en de kijk op het leven. Net zo zeer als het wonen in het buitenland (Frankrijk, Canada en Engeland) mij heeft veranderd. We zijn een mengelmoesje geworden en die ‘roots’ zijn waarschijnlijk meer ontworteld dan we zouden willen toegeven.

Ik zal best nog wel een keertje net als vroeger……

Een regel uit het bekende ‘O o Den Haag’ nummer van Harrie Jekkers. Ik keer terug naar Den Haag, mijn geboortestad. Hoewel ik voorlopig nog wel even heen en weer blijf pendelen tussen Nederland en Engeland, ben ik stiekem opgelucht dat ik in een expat buurtje kom te wonen. Den Haag is sowieso vrij internationaal, dus het komt vast wel goed met me. De straat waar ik kom te wonen is toevallig ook de straat waar het eerste familie bedrijfspand van van der Heem werd geopend, het bedrijf waar mijn vader begon en uiteindelijk lange tijd (later verkocht aan Philips) voor heeft gewerkt.

Nu maar hopen dat mijn Engelse man kan aarden in Nederland. Ach ook hij is een mengelmoes.


Ook verschenen op dewereldwijven.com – Na 25+ jaar keert Antonietta terug: ‘Nederland is waarschijnlijk niet echt veranderd, maar zelf ben je dat wel.’