Mijn kinderen willen niet!

Onderwijs en kinderen

Expat worden doe je niet alleen

Je wilt gaan emigreren of je staat op het punt om uitgezonden te worden, maar je merkt aan je kind
of kinderen dat ze het er erg moeilijk mee hebben. Doe je er wel goed aan?
De essentie van dit artikel is: je doet dit samen voor en vooral mét je gezin. Voor, tijdens en na. De
met regelmaat gehoorde noodkreet “Mijn kinderen willen niet!’’ is niet altijd te voorkomen, maar wel
goed voor te bereiden en regelmatig te weerleggen.
Stefan (10 jaar) wilde nooit, maar dan ook echt nooit verhuizen naar een ander land. Daar was hij erg
duidelijk over. De angst voor het onbekende, maar vooral het loslaten van het bekende was voor hem een
issue. Het was voor ons als ouders goed dit te weten.

De belangrijkste tips:

    1. Bereid je goed voor. En dit is zeker geen dooddoener. Goed voorbereiden reikt ver. Niet
      alleen je verhuizing, huisvesting en papierwerk, maar ook zaken als “Hoe vertellen we het de
      kinderen? Wanneer, hoe en waarmee?”. Krijg jullie toekomstige leefwereld zo goed mogelijk in
      beeld. Besteed hier tijd en aandacht aan. Maak contact met mensen in het toekomstige land.
      Niet in de laatste plaats met de toekomstige school en/ of klasgenoten van je kind(eren).
      We hadden als ouders een powerpoint voorbereid om het nieuws te vertellen. Niet te lang en zeker niet
      teveel informatie. Veel weetjes die hén zouden interesseren, veel beeldmateriaal, aangevuld met ons
      verhaal (mede gevoed door andere expats in Curaçao). Na het eerste hartstochtelijke “NEE!” en een
      lange huilbui, hebben we deze laten zien en zijn we gaan praten. Een uurtje later was onze zoon over de
      eerste schrok heen en vroeg nieuwsgierig: “Zit ik dan dichterbij Ollie mama?’’ Ollie is zijn beste vriend
      die het jaar ervoor naar Washington was verhuisd. We wisten dat we de eerste hobbel hadden
      genomen. Hij had zelf een perspectief gezocht.
    2. Betrek iedereen in het gezin er zo vroeg mogelijk bij en blijf dit doen tijdens en eventueel na
      jullie verblijf in het buitenland. Dit moet een ‘samen-missie’ zijn, ook al nemen jullie als ouders
      de definitieve beslissing. Laat ieder zijn stem horen en gelden. En help, daar waar nodig is. Het
      is hierbij erg belangrijk hoe je er zelf instaat en wat je uitstraalt. Is het voor jou een spannende
      uitdaging of zie je vooral beren op de weg? Kinderen voelen als geen ander aan wat jij voelt en
      nemen over. Zo maakten we samen tijdens de voorbereidingen een plussen- en minnen-lijstje met onze
      kinderen. Grappig detail: aan de plus-kant stond bovenaan: dan krijgen we een hond. We geven
      ruimschoots toe dat dit riekt naar pedagogische omkoping. Er zijn ook kinderen die eigenlijk niet anders
      weten dan dat ze bewegen. Het is voor hen een manier van leven. Zo ervaren althans Julia, Sam en
      Anne-Sophie hun reizende leven van Nederland, Indonesië, Turkije naar Saudi Arabië. De jongste
      Anne-Sophie 5 jaar vroeg naar aanleiding van haar moeder’s vraag over hoe ze het vindt om in het
      buitenland te wonen als voorbereiding op ons interview: “Buitenland, waar is dat?”….
      Ook als je bent geëmigreerd, is het belangrijk dat het weg zijn een gezamenlijke onderneming
      is. Zorg dat jullie als ouders de veilige thuishaven zijn en blijven. Jullie maken min of meer
      hetzelfde mee en komen allemaal voor de uitdaging te staan dat je helemaal overnieuw begint.
      Als je hier open mee om blijft gaan, kan dit de band enorm versterken. Negatieve gevoelens
      horen hier ook bij. Bijvoorbeeld heimwee. Het is belangrijk dat de gevoelens er mogen zijn.
      Zeker voor kinderen. Het is als ouders de kunst de balans te vinden in het er mogen laten zijn,
      en hoe je je kind kunt helpen ermee om te gaan. Het vereist leren. Leren hoe je ook met dit
      soort gevoelens om kan gaan. Soms kan een omgeving hierbij al heel erg helpen. Bijvoorbeeld
      zoals Julia 9 jaar zei: “Iedereen uit mijn klas ging weg.’’ Het was nu eenmaal zo. Er gingen altijd
      mensen weg.’’ Stef van 11 jaar (Spanje) vond het lastig en had veel heimwee. Die emotie was voor hem
      extra lastig, omdat hij erg gevoelig is. Het was een obstakel om verder te kunnen aarden in het nieuwe
      land en zijn ouders hebben, in overleg met hem, een kindercoach ingeschakeld. Die heeft hem voor een
      deel handvaten gegeven om met sommige gevoelens beter om te kunnen gaan. Volgens Stef werd het
      pas echt beter toen hij vrienden kreeg.
    3. Kennis maakt macht. En dat geldt hier zeker. Niet alleen m.b.t. je toekomstige leefomgeving,
      werk, school, sport en ander sociaal leven, maar ook met betrekking hoe de gewenning over
      het algemeen verloopt. Ken je risico’s, weet zover je dat in kan schatten wat eventueel hobbels
      kunnen zijn. Voor sommigen valt het gastland flink tegen, anderen vinden snel hun nieuwe
      stek. Toch blijken de meeste expatriates of geëmigreerden door een aantal gelijksoortige fasen
      te gaan voordat ze zich echt gaan ‘thuisvoelen.
      Van de eerste ‘’wittebroodsweken-fase ‘’ tot en met de laatste ‘’competentie-fase’’ met ieder zijn
      eigen kenmerken, struikelblokken en winstfactoren. Rozengeur en maneschijn hebben de
      overhand in de beginperiode van de uitzending. Totdat de cultuurschok tussenbeide komt. Dit
      is de fase waarin expatriates zich ongemakkelijk beginnen te voelen met het dagelijkse leven.
      Daarna volgt de fase van aanpassing. De laatste fase is de fase waarin de expatriate het
      vermogen verwerft om probleemloos, effectief te functioneren en te leven in het gastland.
      Als je deze fasen kent of herkent, dan kun je erop anticiperen én wellicht gemakkelijker zaken
      accepteren wanneer dat nodig is. Soetekin 15 jaar vertelt dat als je veel beweegt als ouders het
      belangrijk is om kinderen naar eenzelfde soort school met dezelfde taal te laten gaan. Dit voorkomt o.a.
      mengeling van talen. Soetkin volgt nu in België haar onderwijs vanuit een internaat, maar Bahrein is
      eigenlijk haar thuisbasis.
    4. Integreer als jezelf! Dit helpt je kinderen namelijk ook. Integreren doet iedereen op zijn eigen
      manier en naar eigen kunnen. Zaken die in je voordeel werken zijn: de taal kennen, in de
      lokale maatschappij deelnemen (werk, vrijwilligerswerk etc.) en jezelf en je gezin kennis laten
      maken met bijvoorbeeld de folklore of lokale feesten. En, blijf ook jezelf. Je hoeft niet alles over
      te nemen van je gastland of nieuwe land. Kijk wat bij jou past en bij de mensen om je heen in
      je gezin. Van Manon 20 jaar, woonachtig in Nederland (na 11 jaren buitenland) de volgende tip: sta
      open voor iedereen en alles. Dan leer je het meeste en heb je het makkelijker. Probeer de taal z.s.m. te
      praten.

    Wat verder opvalt, is dat jongere kinderen de moeilijkere tijden van verhuizen luchtig bekijken als
    ze eenmaal gewend zijn. Zij leven in het nu. En als nu goed is, is het goed. Wij, als ouders, lijken
    hier zwaarder aan te tillen. Zo bemerkte ik dat Anna van 7 jaar vrij luchtig vertelde over de tijd dat
    niemand haar verstond in Panama. Waarvan ik later van haar moeder begreep dat dit best een lastige
    periode was. Anna sloot het af met ‘’…en toen werd ik uitgenodigd om te spelen en toen was het goed.’’ Fijn
    en ook goed om deze flexibiliteit van de kinderen te mogen ervaren!

    Als afsluiting een overzicht van kinderboeken over emigreren. Deze kunnen goed helpen bij jullie
    voorbereidingen:

      • Op reis naar Anderland: Lees- en doeboek dat kinderen wil voorbereiden op de emigratie
      • Het geheim van Anderland: Lees en doeboek voor kinderen van 8 t/m 12 jaar. Vervolg op De
        reis naar Anderland. Dit boek richt zich op het thuis raken in het nieuwe land.
      • Ik heb het niet bedacht. Geschreven voor kinderen vanaf 10 jaar.
      • Heimwee naar hagelslag. Met een veelzeggende ondertitel: ‘Mijn ouders emigreren (en ik moet
        mee) Voor kinderen van 9 t/m 12 jaar.
      • Ver weg. Roman voor kinderen vanaf 12 jaar over Liona die mee moet naar Oostenrijk
      • Cowboy Casper. Caspers ouders verhuizen naar Canada en Casper moet mee. Voor kinderen
        vanaf 6 jaar.
      • Timboektoe. Roman voor kinderen vanaf 12 jaar. Isa en Kars’ ouders 1 hebben een camping
        gekocht in Frankrijk, en zij moeten mee. Is ook verfilmd!

    Wil je meer weten?

    Over emigreren met kinderen, het aanleren van een tweede of derde taal, de verschillende fasen
    van aanpassing? Neem dan a.u.b. contact op met: Wendy van Dalen van Dutch for Children and
    more, email: dutchforchildren@gmail.com, website: www.dutchforchildren.nl en Facebook