Emigratie – droom of nachtmerrie

jun 9, 2016 | EmigratieVerhalen, Terugkeer

Emigreren met drie kinderen van 4, 3 en 0 In 2008 namen Eric en ik het besluit om met onze drie zeer jonge kinderen naar de Bahama’s te verhuizen. Eric kon daar via zijn werkgever aan de slag en ik was na 6 jaar advieswerk bij de Rechtspraak wel toe aan een nieuwe uitdaging. Ik wilde op termijn full time aan de slag met coaching en psychologie en droomde ook over het schrijven van mijn eerste roman. Om nog maar te zwijgen van het verlangen om meer tijd aan de kinderen te kunnen besteden, want twee werkende ouders in Nederland vertaalde zich in teveel uren crèche, oppas en naschoolse opvang. Ik had als kind in het buitenland gewoond en wist hoe verrijkend die ervaring voor mijn kinderen kon zijn. Dus toen het gure weer in Nederland aanbrak, zagen familie en vrienden ons met lede ogen naar de zon vertrekken… Bahama’s: droom of nachtmerrie? We landen op Grand Bahama Island, het meest noordelijke eiland van de Bahama’s archipel op 90 kilometer van de kust van Florida, en vrijwel direct had ik een vreemd  voorgevoel dat dit het toch niet helemaal zou worden. Maar die stem drukte ik snel de kop in en ik hield mijzelf voor dat ik last had van koudwatervrees. De eerste dagen op de Bahama’s leken wel een droom. Ons huis lag in een exotisch woonpark waar ook veel andere (buitenlandse) families zich hadden gevestigd. Prachtige Victoriaanse huizen lagen of aan een meer of aan het mooiste zwembad dat ik ooit had gezien, dit alles op een steenworp afstand van zee. In tien minuten slenterden we over het zandstrand naar een knus lokaal restaurantje. De kinderen genoten met volle teugen. Maar al snel brak het ‘gewone’ leven aan: Eric moest overuren draaien, ik ons leven opnieuw uitvinden (met een pasgeboren baby in de armen), een onbekend huis leefbaar maken en de twee oudste kinderen gingen zonder kennis van de Engelse taal naar een internationale school. Dat laatste gaf direct veel stress. Want hoe leg je aan een driejarige uit waarom hij ineens niemand meer kent en niemand hem kan verstaan? De kinderen waren behoorlijk van slag en dat uitte zich in gefrustreerd gedrag en veel huilpartijen. Ik kon ze ook niet alleen laten ravotten in het park want dat vele water was zonder zwemdiploma’s levensgevaarlijk. Eric was in feite altijd aan het werk, als hij al niet op reis was. En omdat ik verder niemand kende (en hulp vragen niet mijn sterkste kant was), voelde ik me eenzaam. Als ik vrienden en familie foto’s van de omgeving stuurde, voelde ik bijna de jaloezie door het beeldscherm trekken. Maar wat zij (nog) niet wisten, was dat ik er allesbehalve gelukkig was. Van mijn rijke en gevarieerde leven in Nederland was weinig over. Van alle verschillende rollen die ik vervulde (programma manager, collega, dochter, vriendin, zus, coach, inspirator, student, vrouw en moeder) waren alleen die laatste twee nog over. Een crèche was er niet op het eiland en naschoolse opvang evenmin dus was ik ook echt full time moeder, zonder netwerk om op terug te vallen. Ik voelde me als een rat in de val zitten. Tegelijkertijd voelde ik me schuldig over die gevoelens want wat had ik nou te klagen in het paradijs? En hoezo vond ik het niet bevredigend om alleen moeder te zijn? Als ik al voorzichtig iets liet doorschemeren bij het thuisfront konden ze zich er weinig bij voorstellen (en een enkeling hoorde ik denken ‘daar heb je zelf voor gekozen’) en lokaal had ik niemand die ik in vertrouwen kon nemen. Voor het eerst in mijn leven voelde ik mij ongelukkig. Ook het eiland bleek bij nader inzien toch niet zo idyllisch te zijn: de verschillen tussen de arme oorspronkelijke bevolking (87% zwart) en de rijke pensionado’s en expats (13% blank) was enorm. Het eiland bleek op een drugsroute te liggen en er vonden regelmatig afrekeningen plaats, waar mijn man nog een keer getuige van is geweest en niet bepaald bijdroeg aan een gevoel van veiligheid. Het moordpercentage agv huiselijk geweld loog er ook niet om. De supermarkten waren gevuld met goedkope diepvriesproducten en schreeuwend duur aangezien vrijwel alles moest worden geïmporteerd. In feite was het eiland een groot dorp met zeer beperkte voorzieningen en na enkele maanden begreep ik wat het begrip ‘island fever’ inhield. Ik snakte naar een moment om in de ‘echte wereld’ te kunnen vertoeven. Helaas waren er geen bootverbindingen met Florida zodat dit alleen via een (dure) vlucht kon en die momenten waren relatief schaars. What doens’t kill you makes you stronger… Dat heb ik op een gegeven moment gedacht en mijzelf bij elkaar geraapt. Ik heb naar alternatieven gezocht (hulp aan huis) om alles zo te organiseren dat er iets meer ruimte ontstond voor mijn ambities. Ook ben ik standfeesten gaan organiseren en dat leverde onze familie de nodige vriendschappen op. Op elke plek ter wereld wonen immers bijzondere mensen waar je plezier mee kunt maken! Ik heb geleerd dat je wel vaak zelf het initiatief moet nemen, maar dat het de moeite waard is om je leven weer wat ‘groter’ te maken. Toch bleef er iets zwaars in de lucht hangen. Alsof het eiland leed onder een drukkende energie. Als ik de lokalen enthousiast vertelde over de prachtige standtenten aan de Nederlandse kust en mij verwonderd afvroeg waarom er niet één zo’n inspirerend etablissement op het eiland was te vinden, schudden ze meewarig hun hoofd en fluisterden ze mij toe dat elk initiatief door de lokale overheid werd tegengewerkt. De expat vrouwen om mij heen waren evenmin gelukkig: ze hadden grote huizen en vaak ook nog een boot voor de deur, maar zonder een betekenisvol doel in hun leven, bleven ze in leegheid en consumentisme hangen. Doordat er nauwelijks winkels waren op het eiland werd er door deze groep vrouwen veel tijd aan online shoppen en Facebook besteed. Veelzeggend… Ik was dan ook niet rouwig toen Eric een telefoontje kreeg dat hij naar Houston, Texas werd overgeplaatst… Omdat we alleen als man en vrouw welkom waren in de Verenigde Staten moesten we halsoverkop trouwen. Onze internationale vrienden verkneukelden zich over het feit dat we met drie kinderen nog niet getrouwd waren. ‘Zo typisch Nederlands!’ riepen ze in koor. Het huwelijk vond plaats op Gold Rock Beach, een verlaten strand dat wordt gekenmerkt door turkooizen water omzoomd met glinsterend wit zand waar de zee patronen in achterlaat. Echt adembenemend mooi. Het was een bruiloft zonder familie en Nederlandse vrienden (die we uiteraard misten), maar wel met veel spontaniteit en hoog exotisch gehalte. Even voelde Grand Bahama toch als het paradijs. Een nieuw avontuur in Texas Toen we uiteindelijk dan over de achtbaansnelweg Houston binnenreden, viel het me op hoe lelijk deze stad eigenlijk was. De overgang vanuit de Bahama’s naar de derde stad van Amerika was enorm. Alleen het broerige klimaat was vergelijkbaar. Toch had ik een grote glimlach op mijn gezicht Alles wat op de Bahama’s moeizaam tot stand was gekomen, ging in Houston bijna als vanzelf: vrienden waren zo gevonden, de kinderen spraken de taal op school, het leven was veilig en transparant, de supermarkten hadden werkelijk alles en mensen kwamen zowaar hun afspraken na. Het belangrijkste verschil was iets dat bijna ongrijpbaar was: Houston had een positieve vibe. De mensen waren beleefd en optimistisch en in onze buurt woonde een leuke mix van Amerikanen en expats. Het nieuwe leven gaf mij eindelijk de ruimte waar ik in Nederland van gedroomd had. Mijn eigen ervaringen spoorden mij aan om mij in expat psychologie en culturele psychologie te verdiepen en zo vielen alle puzzelstukjes op hun plaats. Had ik maar eerder geweten dat identiteitsverlies en situationele depressie een vrij normaal onderdeel zijn van het expat bestaan. Had ik maar eerder geweten wat ik had kunnen doen om onze kinderen te ondersteunen tijdens hun ‘culture shock’. Ik nam mij voor iets met deze kennis en ervaring te gaan doen. De jaren in de VS vlogen voorbij en naast mijn oorspronkelijke ambities vond ik ook nog de tijd om als vrijwilliger aan de slag  te gaan bij Child Advocates. Deze bijzondere organisatie heeft een netwerk van vrijwilligers opgezet dat ervoor zorgt dat verwaarloosde, misbruikte en mishandelde kinderen een  door de rechter aangestelde ‘child advocate’ (een soort voogd) krijgen die over het kind waakt en de rechter adviseert of het verantwoord is om het kind weer thuis te laten wonen (vaak na een periode bij pleegouders). Ik had vijf kinderen uit een arme wijk toegewezen gekregen en dat was een verrijkende ervaring. Eric en ik hebben veel waardering gekregen voor de optimistische en beleefde kant van de Amerikaanse cultuur, al valt er in elk land wel wat aan te merken. We waren bijvoorbeeld minder gecharmeerd van de enorme prestatiedruk. Zelfs jonge kinderen van tien jaar zitten soms tot middernacht te studeren voor hun proefwerken. Deze druk wordt gecompenseerd met materiële beloningen en het vrijwaren van bijdragen aan het huishouden. Daardoor zijn de kinderen vaak wat minder zelfstandig dan in Nederland en minder gewapend tegen teleurstelling. De interessante documentaire ‘Race te nowhere’ belicht de problemen die hierdoor ontstaan en het groeiend  aantalzelfmoorden onder jongeren.  Terug naar Nederland of niet? Na drie jaren met veel plezier in Houston te hebben gewoond, was het de vraag of we nog een periode van 3 jaar in het buitenland zouden wonen of dat we terug naar Nederland zouden gaan. Wij hebben voor het laatste gekozen. De keuze was niet makkelijk, maar een paar elementen gaven de doorslag: – Mijn schoonmoeder was terminaal ziek en mijn moeder ondertussen weduwe geworden. Mijn schoonzus had een (bijna dodelijk) ongeluk gehad en zes weken in coma gelegen. We hadden behoefte om de familiebanden aan te halen. – We misten onze oude vrienden. – Onze oudste dochter naderde al het einde van de basisschool en het leek ons beter voor haar om terug te keren en haar wortels in de Nederlandse bodem te slaan. Kinderen vormen vanaf de leeftijd van ca. 12 jaar hun bewuste identiteit. Het is voor de adolescent belangrijk om tijdens deze levensfase (12-18) op dezelfde plek te wonen. Jongeren die veel heen en weer zijn geslingerd in deze fase hebben vaker last van identiteitsproblemen en depressiviteit. Schizofrenie komt zelfs zo’n 6 keer vaker voor. – Ik had een groeiende behoefte om mijn coaching praktijk op een vaste plek vorm te geven en wilde mijn boek op de Nederlandse markt brengen. Ik wist: als expat mama’s niet werken aan hun ‘unlived life’, mondt dat uit in leegheid en onvrede. –  Na een jaar of zes in het buitenland raken de meeste families ontworteld. Wij waren inmiddels 5 jaar weg en nooit van plan geweest om onze Nederlandse identiteit volledig door te snijden. We hebben nog veel in Nederland waar we gehecht aan zijn en Nederland is een prima basis om van daaruit de wereld te verkennen. – Het volledig afbreken van je leven en weer opnieuw alles moeten opbouwen, kost veel energie. ‘Reinventing your life’ is een mooi begrip maar om daadwerkelijk te kunnen oogsten, is vaak ook een periode van stabiliteit nodig. We hadden even geen zin meer in verhuizingen. (Voorlopig dan…) En met dit besluit hoorden we bij de 62% van de Nederlanders die toch terugkeren naar eigen land (de meeste vertrekken trouwens ook met het idee om terug te keren).  Nederlanders scoren daarmee vrij hoog; alleen Australiërs en Brazilianen scoren nog hoger. Remigratie de lastigste verhuizing? Remigratie wordt vaak ‘de lastigste verhuizing’ genoemd. Was dat ook bij ons zo? Ja en nee. Ja, omdat je denkt dat alles makkelijk zal gaan maar dat niet waar is. Jouw vrienden hebben het gat dat je destijds achterliet allang opgevuld, stukken van je netwerk ontbreken, elk familielid moet toch weer rouwen om wat er niet meer is en een nieuw leven opbouwen en vooral: jij bent veranderd. Daardoor veranderen je verwachtingen, dromen en relaties. Nee, omdat er (in ons geval) toch nog steeds veel is waar je makkelijk mee kunt verbinden (familie, vrienden van vroeger, cultuur en taal). Iedereen in onze familie heeft na een turbulent eerste jaar weer zijn plekje gevonden. De één iets makkelijker dan de ander. Dankbaarheid en inspiratie Ik ben dankbaar voor alle mooie herinneringen, ervaringen en vriendschappen die wij aan dit buitenlands avontuur hebben overgehouden. Ik ben dankbaar voor de tijd die ik met mijn kinderen heb doorgebracht. Ik had het niet willen missen! Deze periode heeft mij geholpen om het expat bestaan en mijzelf beter te leren kennen en daarmee ook van meer waarde te zijn voor anderen. Ik heb ervoor gekozen om mijn kennis en ervaringen te gebruiken in mijn werk en tegenwoordig coach ik Expat vrouwen (Expat mama’s en ‘trailing spouses’ in binnen- en buitenland. Dat mijn ervaring niet uniek was, blijkt uit de cijfers: Slechts 9% van de expat vrouwen is volledig gelukkig met hun leven in het buitenland (Internations 2015). Onderzoek wijst uit dat er grote behoefte is aan op maat gemaakte ondersteuning,  met name het ontwikkelen van een ‘meaningful portable identity’. Het is mijn missie om deze te helpen ontwikkelen en bij te dragen aan ‘empowerment’. Expat vrouwen hebben met hun rijke levenservaring, brede horizon en (vaak) hoge opleiding deze wereld ontzettend veel te bieden. En dat mag niet verloren gaan! Nederlandse vrouwen in het buitenland zijn mijn favoriet. Ik merk hoe fijn ze het vinden om in de eigen taal te communiceren (via Skype) en hoeveel impact en relatief kort coachingprogramma kan hebben. En voor mij is het een traktatie om verhalen over verre landen te horen, zo ben ik toch nog een beetje op reis. Want ja, ik blijf toch dromen over een volgend buitenland avontuur als de kinderen het huis uit zijn. Auxilia Tromp www.inspiredminds.nl