Een blokje om
Togo West-Afrika. Michel is allergisch voor rommel en heeft een aan smetvrees grenzende schoonmaak woede. Ik heb niet altijd zin om daaraan mee te werken. Ik ga geen discusie meer aan over het feit of het terras vegen voldoende is vandaag en als hij zo nodig moet dweilen, helemaal prima, hij gaat zijn gang maar, toedeloe. Dan ga ik een stukje lopen en gelijk brood halen. Nu moet je je daar niet teveel van voorstellen maar ik loop een rondje in de buurt van ongeveer 1 uur. Michel vindt niet leuk als ik alleen weg ga, is nog steeds bang dat ik verdwaal, er zijn geen straatnaambordjes en er is geen bewegwijzering. Vanuit huis ga ik rechtsaf en blijf op het zand lopen tot de weg gekruist wordt met een asfalt weg, daar ga ik linksaf.
Langs deze weg wemelt het van de vrouwen (en een paar mannen) die producten verkopen, van brood tot schoonmaakartikelen, van zelfbereide maaltijden tot benzine in liter flessen. Ik ben nog steeds een bezienswaardigheid in de buurt en wordt ook schaamteloos aangestaard en kinderen zingen hun versje; Jovo jovo, bonsoir. Ik groet alle dames met een lachend ‘bonjour madam’ en zij stotteren van verbazing ook een bonjour terug. Sommige waaghalzen zeggen Goodmorning, how are you? Daar houdt hun Engels ook wel bij op. Het Goodmorning hoor ik op ieder uur van de dag, en ik zeg altijd Goodmorning terug, op ieder uur van de dag, waarom zou je nog meer verwarring scheppen door ‘Good afternoon’ te zeggen? Bij de heren vind ik het wat moeilijk om gedag te zeggen. Mijn ‘bonjour monsieur’ is door een aantal heren al aanleiding geweest om een heel gesprek met me aan te gaan en een tiental meters met me mee te lopen, iets wat bij de dames nog nooit het geval is geweest.
De weg is druk met toeterend verkeer die met z’n allen proberen de gaten in de weg te vermijden. Het stoort me nog steeds dat ik door de uitgestalde waren, de op de stoep geparkeerde auto’s en motoren, en de terrasjes op het niet aanwezige trottoir, gedwongen wordt om op de straat te lopen met al dat idiote verkeer. Het is goed opletten hier, ogen in je rug hebben, want een motor rijder kan net zo makkelijk links rijden en enig respect voor voetgangers is er al helemaal niet.
Bij de volgende kruising met een asfalt weg weer linksaf. Hier koop ik mijn brood, altijd in hetzelfde winkeltje. De dochter des huizes helpt in de winkel en haar broertje, die me nog nooit heeft gezien, rent struikelend over zijn eigen benen naar zijn moeder om te vertellen dat er een blanke dame in de winkel is. Ze komt even vriendelijk gedag zeggen. Bij de verkeerslichten weer links. Daar zit een dame op de grond, op een oud gordijn, haar handen en benen in een vreemde houding vergroeid. Hier zit ze een aantal uren per dag te bedelen. Ik geef haar wat geld en dat wordt beloont met de allermooiste glimlach die ik ooit heb gezien en met een bonne journee vervolg ik mijn weg. Verderop zitten een aantal dames op een bankje en een van de kinderen rent altijd al huilend naar zijn moeder als hij me aan ziet komen. Hij laat zich zelfs niet lokken met een snoepje of zo. Hij vind me doodeng, verschuilt zich achter zijn moeder. De vrouwen vinden het heel vermakelijk. Maar misschien gaat het nog een keertje lukken om hem een handje te geven.
Bij de Amerikaanse school linksaf de zandweg op en ik zie Michel al bezorgt vanaf het terras de straat in kijken waar ik blijf. En als ik bovenkom zit hij nonchalant op het kraakheldere terras een beetje aan zijn telefoon te freubelen. Gelukt? Vraagt ie.
Dit had ik nog niet gelezen. Na 4 jaar nog steeds hetzelfde rondje? 😊