Debat – brexit noodwet – Staatssecretaris Broekers-Knol ondersteunt de noodwet niet
Je kunt een vestigingsprobleem niet oplossen met nationaliteit en de Brexit noodwet is in strijd met het gelijkheidsbeginsel
Aldus Staatssecretaris Broekers-Knol
Tijdens de plenaire vergadering van 29 oktober 2019 is de behandeling voortgezet over het Voorstel van Rijkswet van de leden Sjoerdsma, Asscher, Van Otterloo, Van Wijngaarden en Van Ojik houdende regels inzake het creëren van tijdelijke uitzonderingen op de Rijkswet op het Nederlanderschap (Rijkswet inperking gevolgen Brexit) (35130-(R2119)).
Indieners: D66, VVD, GroenLinks, PvdA en 50PLUS
We hebben een aantal passages uit de transcriptie van het debat weergegeven. De volledige versie is hier te lezen en je kunt het debat ook nog bekijken.
Sjoerd Sjoerdsma (D66) nam als eerste het woord;
Wat een bonte verzameling van partijen, die verschillend denken bindt, is de overtuiging, van links tot rechts, dat wij een oplossing moeten bieden voor de onzekerheid en de problemen waar Nederlanders in het VK mee te maken krijgen bij een no-deal. Dat willen we doen door hen onder duidelijke voorwaarden de mogelijkheid te bieden de Britse nationaliteit aan te nemen zonder de Nederlandse nationaliteit te verliezen.
We doen dat omdat dit een unieke situatie is en omdat het gaat om een sterk afgebakende groep. Het is nog steeds onduidelijk of, wanneer en op welke wijze het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie zal verlaten. Bepalend zullen de verkiezingen van december zijn. Inmiddels is duidelijk dat het Lagerhuis heeft besloten dat we op vrijdag 12 december weten wie de nieuwe premier in het VK zal zijn. Het vangnet dat onze brexitnoodwet biedt, is daarom nog steeds noodzakelijk.
Nood breekt wet. Mevrouw Leijten (SP) zei dat heel mooi in het afgelopen debat. De brexit is uniek, omdat die de leef- en woonomstandigheden van Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk onverwacht, zwaarwegend en negatief verandert, zonder dat deze Nederlanders invloed hebben gehad op deze beslissing. Deze unieke situatie vraagt om een unieke behandeling. Het is dus een uitzondering voor een heel specifieke, scherp afgebakende groep mensen. Daarom hebben we deze wet strak ingekaderd. De wet geldt alleen voor Nederlanders die al voor het brexitreferendum in het Verenigd Koninkrijk woonden en die in de periode tussen 23 juni 2016 tot het tijdstip van verkrijging van de Britse nationaliteit onafgebroken hoofdverblijf hadden in het VK.
Zie ook de motie van Mevrouw Leijten: over het niet scheppen van een precedent met de Rijkswet.
Mevrouw Kuiken (PvdA) heeft ook gevraagd hoe andere lidstaten die met dezelfde problematiek kampen, dit oplossen. Duitsland was het eerste land dat besloot om de dubbele nationaliteit toe te staan voor Duitsers in het Verenigd Koninkrijk ten tijde van de brexitonderhandeling. Het Duitse voorbeeld was dan ook een belangrijke inspiratiebron voor ons bij deze wet. Overigens volgden meer landen. Zo besloten zelfs het oerconservatieve Oostenrijk en Slowakije om de dubbele nationaliteit toe te staan in het geval van een no-dealbrexit. Dat staat natuurlijk los van het feit dat verscheidene Europese lidstaten, eigenlijk verreweg de meerderheid, inmiddels de mogelijkheid van een dubbele nationaliteit kennen en dit probleem dus überhaupt niet ondervinden.
De wet ziet expliciet toe op een brexit met een no-dealscenario. Iets specifieker: “Een inwerkingtredingsbesluit wordt genomen op het moment dat het VK de Europese Unie verlaat en er geen akkoord is bereikt waarin de rechten van Nederlanders in het VK voldoende zijn gewaarborgd. Wij hebben gesteld dat de maatstaf voor voldoende of niet het uittredingsakkoord is zoals het destijds is gesloten door de voormalige premier van het Verenigd Koninkrijk, mevrouw May. Wat daarin is geregeld aan burgerrechten is de ondergrens voor wat voldoende waarborging is. Als het daar onder komt — die beoordeling zal te zijner tijd bij het kabinet liggen — dan zal deze wet gelden.
Staatssecretaris Broekers-Knol aan het woord;
De Staatssecretaris verwijst naar de bezwaren die de Raad van State had tegen het wetsvoorstel. Het voorstel staat op gespannen voet met het gelijkheidsbeginsel. Dat is een belangrijk bezwaar dat het kabinet heeft. Bovendien is het nationaliteitsrecht niet het juiste instrument om een verblijfsrechtelijk vraagstuk op te lossen.
Daarnaast geeft zij duidelijk aan dat de enkelvoudige nationaliteit voor het kabinet niet ter discussie staat, ook niet in het regeerakkoord, waarin alleen een uitzondering wordt gemaakt voor immigranten en emigranten van de eerste generatie. Voor alle anderen worden de regels juist aangescherpt.
Mevrouw Kuiken (PvdA) sprak in haar eerste termijn de wens uit dat dit initiatiefwetsvoorstel een opmaat is naar de dubbele nationaliteit als norm. Als deze wet wordt aangenomen, is dat niet aan de orde.
Op de vraag van Mevrouw Leijten (SP): wat gaat deze staatssecretaris dan doen? Gaat zij het contraseign zetten? Ondanks de Kamermeerderheid en de eigen partij die deze uitzondering heeft ondertekend? Het zou ook nog weleens zo kunnen zijn dat de SP en het CDA ook meegaan. Dan kijken we tegen een grote meerderheid in de Tweede Kamer aan. Dan kijken de indieners ook aan tegen een zekere meerderheid in de Eerste Kamer.
Stas. Broekers-Knol reactie hierop: Ik zit staatsrechtelijk zo in elkaar dat als beide Kamers der Staten-Generaal een wet aannemen, dat ik dan vind dat ik dat contraseign inderdaad moet verlenen.
Vervolgens geeft zij aan dat een flink deel van de 100.000 Nederlanders in het VK op grond van de huidige wetgeving al een dubbele nationaliteit kan verkrijgen, namelijk de Nederlanders die getrouwd zijn met een Brit of een Britse en de Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk zijn geboren. Voor de resterende groep is het van belang dat er inmiddels zicht lijkt te zijn — lijkt te zijn, zeg ik — op een uittredingsovereenkomst tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie waarin de verblijfsrechten van de burgers over en weer zijn gewaarborgd. Daar is zojuist ook al aan gerefereerd door de heer Sjoerdsma. Dat is het voorstel dat geaccepteerd is, het voorstel van de oud-premier van Engeland, May; het huidige voorstel is daar voor 98% of 99% gelijk aan.
Voor het geval er onverhoopt toch sprake zal zijn van een no-dealbrexit — dat valt niet uit te sluiten — heeft de Britse regering een regeling getroffen voor het verblijfsrecht van in het Verenigd Koninkrijk wonende Unieburgers en hun gezinsleden. Ze komen in dat geval in aanmerking voor de zogenaamde pre-settled status als ze nog geen vijf jaar in het Verenigd Koninkrijk verblijven, of voor de settled status als ze vijf jaar of langer in het Verenigd Koninkrijk verblijven.
Ondanks de herhaaldelijke vragen van Mevrouw Belhaj (D66) aan de Stas. Broekers-Knol; wat zij nu werkelijk wil doen voor deze 100.000 mensen en dat empathie niet genoeg is, blijft de Stas. Broekers-Knol volhouden dat de wet- en regelgeving voor alle burgers wordt gemaakt, voor het algemeen belang. Je kunt niet zomaar zeggen: die groep is misschien iets zieliger dan de andere en daar moeten we dan een afwijking in maken. Dit is de keuze die het kabinet maakt. Het gelijkheidsbeginsel is echt leidend in dezen.
Ook heeft zij volle vertrouwen dat er goede regels zijn voor Nederlanders die wonen en werken in het Verenigd Koninkrijk, namelijk de pre-settled and settled status. Het kabinet heeft uitvoerig contact gehad met de Engelse regering hierover om te zorgen voor een goede status voor Nederlanders die wonen en werken in het Verenigd Koninkrijk.
Pre-settled en settled Status
Dit volle vertrouwen in pre- en settled status wordt door andere partijen echter zeer in twijfel getrokken.
Sjoerdsma (D66) en Anne Mulder (VVD) hebben geen vertrouwen in de pre-settled en settled status, zo ook niet de belangengroep The3million, die er sterk aan twijfelt of de rechten van de Nederlandse burgers in het VK hiermee gewaarborgd zijn.
Sjoerdma (D66) geeft als voorbeeld aan;
Dat deportatie dreigt voor EU-burgers op het moment dat hun registratie niet op tijd of niet afdoende is behandeld. Dat is niet geregeld in het uittredingsakkoord dat mevrouw May heeft gesloten met de Europese Unie, maar ook niet in het akkoord van de heer Johnson en dat blijft een groot punt van zorg.
Het percentage mensen dat in het systeem niet is geaccepteerd, is zeer zorgwekkend. Als ik dan kijk naar het aantal mensen dat niet in staat is gebleken om in dat systeem de juiste status te verkrijgen, dan is dat zeer zorgwekkend, gelet op de consequenties die daarop kunnen volgen. Als ik vervolgens ook nog zie dat dit in secundaire regelgeving is vervat, met andere woorden niet in een wet of Rijkswet als deze, maar in secundaire regelgeving die gewoon zonder input van het Britse Lagerhuis weer veranderd kan worden, dan hebben we te maken met serieuze onzekerheid.
Anne Mulder (VVD) geeft als voorbeeld aan;
The Wind-Rush scandal, waar mensen van Caribische afkomst gedeporteerd werden. (Het Windrush-schandaal is een Brits politiek schandaal van 2018 tegen mensen die ten onrechte zijn vastgehouden, wettelijke rechten zijn geweigerd, met uitzetting zijn bedreigd en ten onrechte door het Home Office uit het VK zijn gedeporteerd.)
De informatievoorziening
Mevrouw Özütok (Groen Links) heeft gevraagd wat er wordt gedaan op het gebied van de informatievoorziening voor Nederlanders die buiten de Europese Unie woonachtig zijn en na tien jaar hun Nederlandse nationaliteit dreigen kwijt te raken zonder dat ze zich daarvan bewust zijn.
De Stas. Broekers-Knol antwoord hierop; dat de informatievoorziening zal plaatsvinden op de gebruikelijke wijze via Rijksoverheid.nl en op de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor Nederlanders in het buitenland, Nederlandwereldwijd.nl. Zij ziet geen reden om in aanvulling hierop een specifieke overheidscampagne te starten voor Nederlanders die thans in het Verenigd Koninkrijk woonachtig zijn. Ik ga ervan uit dat zij zichzelf goed op de hoogte houden van de ontwikkelingen. Ook de belangenorganisaties van Nederlanders in het buitenland zijn op dit gebied zeer actief.
Is de informatievoorziening van de overheid taak van belangenorganisaties?
Uit het nationaliteitsonderzoek van Stichting GOED bleek nu juist dat Nederlanders in het buitenland vinden dat het nog zeer slecht gesteld is met de informatievoorziening. In een NRC-artikel wordt dit nog eens gemeld. De voorlichting van de overheid scoort een zeer magere 3,6 (uit 10). Deze score is bepaald door 5000 Nederlanders wereldwijd. Stas. Broekers-Knol en Buitenlandse Zaken zijn overigens beide op de hoogte gebracht van dit onderzoek, een reactie hierop is tot nu toe nog uitgebleven.
Dat de belangenorganisaties ook actief zijn in de informatievoorziening komt o.a. omdat de overheid hierin zelf tekort schiet. Het zou niet een taak moeten zijn van de belangenorganisaties, tenzij zij hiervoor de nodige en noodzakelijke middelen ter beschikking hebben. Momenteel werken zij louter met vrijwilligers en een zeer klein budget, dankzij de ontvangst van donaties.
Er wordt ook keer op keer weer geconstateerd dat de informatievoorziening te summier is, gezien de complexiteit van de Rijkswet van het Nederlanderschap. Het gevolg is dat er vaak dure advocaten moeten worden geraadpleegd of uit radeloosheid vaak een beroep wordt gedaan op diezelfde belangenorganisaties. Het onbewust verlies van het Nederlanderschap is vandaag de dag, helaas, nog steeds een feit.
Zie ook de motie die is ingediend door Salima Belhaj (D66) en mede-indienders Nevin Özütok (GL) en Anne Mulder (VVD).
Hernieuwde oproep van Nederlanders in het buitenland
Mevrouw Özütok heeft Stas. Broekers-Knol gevraagd te reageren op de hernieuwde oproep van Nederlanders in het buitenland in de NRC van 8 oktober jongstleden om het beleid omtrent dubbele nationaliteit te versoepelen.
Antwoord van Stas. Broekers-Knol; In de oproep wordt als argument genoemd dat het heel ‘handig’ is om in onvoorziene omstandigheden een dubbele nationaliteit te hebben. Dat staat in dat artikel in de NRC. Ik geloof zo dat die dubbele nationaliteit handig is, maar dat is voor het kabinet geen reden om de uitgangspunten van de Rijkswet op het Nederlanderschap aan te passen. Ik moet toch wel benadrukken dat het niet zomaar een plannetje is; het is de Rijkswet op het Nederlanderschap. Het staat iedere Nederlander vrij om de nationaliteit van zijn nieuwe thuisland aan te nemen. Maar als dat vrijwillig is, dan verliest men in de regel het Nederlanderschap.
‘Handig’ of liever gezegd noodzakelijk
Het is misschien wat ‘onhandig’ verwoord in het NRC. Uiteraard begrijpen we dat de Rijkswet niet zomaar een plannetje is, nee het is zelfs een complex gedrocht. Dat blijkt o.a. uit het feit dat het merendeel van het adviserend overheidspersoneel zelf moeite heeft de wet te begrijpen.
De hernieuwde oproep kwam voort uit een uitgebreid nationaliteits-onderzoek van Stichting GOED, wat uitlegt waarom dubbele nationaliteit belangrijk kan zijn voor Nederlanders in het buitenland. De Stichting GOED hoopt derhalve dat de Staatssecretaris tijd vrij kan maken om dit onderzoek te lezen, zodat duidelijk wordt dat er iets meer dan alleen ‘handig’, achter de wens zit, van Nederlanders in het buitenland, een dubbele nationaliteit te bezitten.
De onzekerheid blijft
Met de nieuwe verkiezingen is de onzekerheid nog steeds aanzienlijk. Het biedt wellicht ook enige hoop, maar het is ook uitermate onzeker dat het nieuwe uittredingsakkoord standhoudt. Als het al behandeld zou worden, zou het doorgaan naar de commissiefase. Daar zouden Britse parlementariërs opnieuw de gelegenheid hebben het te amenderen. Vervolgens zou het de vraag zijn of die amendementen überhaupt acceptabel zouden zijn voor de regering van Boris Johnson als daar een meerderheid voor was. Het zou ook nog kunnen dat deze deal van tafel zou gaan.
Dank
Stichting GOED en het NIHB willen hun dank uitspreken aan de initiatiefnemers van de noodwet, maar zoals ook Sjoerd Sjoerdsma vermeldde, aan de Nederlandse tak van The3million. Te weten Hedwig Hegtermans, Nicole Wevers en Monique Hawkins. Deze dames hebben zich ontzettend actief ingezet (en nog steeds) voor de rechten van Nederlanders in het VK in de afgelopen jaren. Chapeau!
Volgende week, 5 november 2019, wordt er over de Brexit noodwet gestemd, we houden je op de hoogte!
Gaarne de vele referenties als “Engelse regering” en “oud-premier van Engeland” even omzetten naar “Britse regering” en “oud-premier van het Verenigd Koninkrijk” (tenzij het een letterlijke quote betreft).
Dit is inderdaad direct uit het transcript van het debat gehaald….