De 10-jaren klok wordt verlengd met 3 jaar
Met ingang van 1 april 2022 wordt de periode om uw Nederlands paspoort te vernieuwen als u als meerderjarige bipatride (meervoudige nationaliteit) Nederlander onafgebroken buiten 1) het Koninkrijk der Nederlanden of 2) een andere EU-lidstaat verblijft, verlengd van 10 jaar (nu) tot 13 jaar.
Evenredigheidstoets
Bovendien zal de evenredigheidstoets voor herstel van de Nederlandse nationaliteit door optie (Artikel 6(1)p RWN) worden uitgevoerd.
Een meerderjarige bipatride Oud Nederlander die het Nederlanderschap na het verstrijken van 10 jaar automatisch heeft verloren door het niet tijdig vernieuwen van zijn Nederlands document krachtens Artikel 15, lid 1, aanhef en onder c RRWN (2003) krijgt binnenkort de mogelijkheid het Nederlanderschap te herkrijgen door optie indien aan het volgende wordt voldaan (aldus de Handleiding voor de toepassing van de RRWN (2003)):
Indien met het verlies van het Nederlanderschap het Unieburgerschap verloren ging en op dat moment redelijkerwijs voorzienbaar was dat dit tot onevenredige gevolgen uit het oogpunt van het Unierecht zou leiden. De herkrijging geschiedt met terugwerkende kracht tot en met het moment waarop het Nederlanderschap verloren ging.
Het gaat dus om onevenredige gevolgen van het verlies van de aan het burgerschap van de Europese Unie verbonden rechten en de door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde grondrechten. Dit betreft onder meer de uitoefening van het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie en de mogelijkheid daar beroepsactiviteiten te verrichten, het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven en/of de omstandigheid dat de betrokkene op het grondgebied van de derde staat waar hij verblijft, niet langer de consulaire bescherming kan genieten.
Er is sprake van onevenredige gevolgen als het verlies van deze Unierechten gevolgen heeft die de normale ontwikkeling van het gezins- en beroepsleven van de betrokkene (en in voorkomend geval van die van zijn gezinsleden) uit het oogpunt van het Unierecht aantasten op een wijze die onevenredig is aan de doelstelling die door middel van de verliesbepaling wordt nagestreefd door de nationale wetgever.
De betrokkene moet de relevant feiten en omstandigheden vermelden en deze aannemelijk maken met behulp van bewijsstukken.
Noodzakelijke bewijsstukken
Voorlopig moet u zich echter realiseren dat als u niet in staat bent om met objectieve bewijsstukken aan te tonen dat u uw rechten op vrij verkeer als EU-burger uitoefende – of de bedoeling had deze uit te oefenen – op (of rond) de datum waarop u de Nederlandse nationaliteit verloor, uw Nederlandse nationaliteit nog steeds NIET zal worden hersteld met terugwerkende kracht tot de datum waarop u deze verloor.
Het begrip “burger van de Europese Unie” vloeit voort uit het Verdrag van Maastricht (1992). Het burgerschap van de EU komt niet in de plaats van het nationale burgerschap.
Als u de Nederlandse nationaliteit al had verloren onder de voormalige WNI (1892) of de RWN (bijv. U hebt een vreemde nationaliteit vrijwillig aangenomen) om welke reden dan ook die niets te maken heeft met de uitoefening van de rechten van EU-burgers, of als u uw situatie niet kunt bewijzen – hypothetische scenario’s of emotionele argumenten (bijv. “ik voel me Nederlander” of “ik voel me nog steeds met Nederland verbonden”) zijn niet relevant – dan zal uw (verloren) Nederlandse nationaliteit NIET worden hersteld onder de evenredigheidstoets. U komt eenvoudigweg niet in aanmerking voor een verzoek tot herstel van het Nederlanderschap op deze manier.
Let op: Als u nog steeds de nationaliteit van een andere EU-lidstaat bezit, maar uw Nederlandse nationaliteit toch bent kwijtgeraakt door langdurig verblijf buiten het Koninkrijk der Nederlanden of een andere EU-lidstaat, dan is er juridisch geen basis om via deze optie het Nederlanderschap te herkrijgen: u behield uw rechten als EU-burger met die andere Europese nationaliteit, dus waren er geen EU-rechten die u had kunnen verliezen.
Geen wet voor automatisch herstel Nederlandse nationaliteit
Ten slotte is er, zoals u ziet, geen wet aangenomen voor het automatisch herstel van de Nederlandse nationaliteit in alle omstandigheden die zich in het verleden hebben voorgedaan (hetzij vóór 1 januari 1985 onder de voormalige WNI (1892), hetzij op of na 1 januari 1985 tot en met heden onder vroegere of huidige versies van de RWN).
De Koning heeft het wetsvoorstel op 17 november 2021 ondertekend, en de wet is gepubliceerd in het STAATSBLAD met als ingangsdatum 1 april 2022.
*Aan dit artikel kunnen geen rechten worden ontleend.
Auteur: Mr Paul Munsell